De Deurdrammer



"Kerst" Deurdrammer joargang 34-2:

Bestuurlijk genöl

Beste Drammer lezers en lezeressen,

voor u ligt alweer de laatste Drammer van 2016. Het jaar is weer omgevlogen, om maar even een understatement te gebruiken. Een bewogen jaar ook. Met ups en downs. We hebben mensen moeten verliezen, wat natuurlijk heel erg verdrietig is, maar we hebben onze vereniging ook weer zien groeien met nieuwe leden, waaronder ons eerste dameslid. En er zullen er meer volgen, neem dat maar van mij aan. Naast de vele activiteiten van het afgelopen jaar, hebben we natuurlijk ook een nieuwe Hoogheid mogen verwelkomen. Prins Jelle. En hij is de afgelopen anderhalve maand al behoorlijk in touw geweest. Prinsenverkiezingen bij andere verenigingen bezocht, contacten binnen de vereniging onderhouden, naar school geweest, op vakantie naar Lanzarotte en oh ja, hij heeft ook nog een vriendinnetje dat ook nog eens aandacht nodig heeft. Maar hij doet het hartstikke goed, onze jongste Prins der Deurzakkers.

Ik noemde net al even de vele activiteiten. Het is eigenlijk ongekend wat we allemaal doen. Leuke happenings, feestjes, vergaderen, dansen, zingen, muziek maken. En dat kan alleen maar door onze gezamenlijke inzet. Door u zelf dus. Door er samen de schouders onder te zetten spelen we dit allemaal klaar. En natuurlijk, er zijn altijd leden die meer doen dan een ander. Maar we voelen ons wel gesteund door de mensen die door omstandigheden niet zo in de gelegenheid zijn om activiteiten bij te wonen of een bijdrage te leveren. Over bijdrage gesproken, laten we vooral onze donateurs niet vergeten. Buiten dat zij gewoon een trouwe achterban zijn die ook gezellig met ons meedoen, dragen zij ook zeker bij. Door hun financiële steun is het de Deurzakkers mogelijk om al deze activiteiten te kunnen ontplooien. Kent u nog mensen die ook graag de Deurzakkers zouden willen steunen, neem dan contact op met een van de bestuursleden. Want we kunnen deze extra inkomsten niet missen.

Ik wens u vanaf deze plaats een hele fijne en gezellige feestdagen toe en zie u graag allemaal op de komende Galapronkzitting op zaterdag 30 januari in de Horst.

namens het bestuur,

Rob Helsloot



Mijmeren mag!

In deze maand zeker, en naar mate je wat ouder en grijzer wordt mag je vaker mijmeren, en langer. Dus dubbel feest, het is de tijd van het jaar en de leeftijd die ruimte geeft om extra te mijmeren.

Terugkijkend hebben we niet het makkelijkste jaar uit de Deurzakkers geschiedenis, tegelijk is het ook weer een hoopvol jaar. Hoopvol omdat we duidelijk op weg zijn naar de Deurzakkers 2.0, en hoopvol omdat ook in de wat roeriger tijden de Deurzakkers tonen een sterke en hechte gemeenschap te kunnen zijn.

Maar eerst maar eens terug kijken. De bril is enigszins Veurloper-gekleurd, maar ik ben en blijf bovenal Deurzakker!

Er vallen natuurlijk wat dingen op als we terugkijken, al hangt dat af van ieders perceptie. Want wat de Veurloper het vermelden waard vindt kan voor jou maar zo anders zijn. Een paar zaken waarbij ik zeker stil wil blijven staan.

Dit jaar hebben we opnieuw afscheid moeten nemen van mensen om ons heen, leden, maar ook buiten de vereniging. Zonder te vergeten was dat voor mij persoonlijk één van de meest indrukwekkende personen in mijn leven, mijn grote vriend en illustere voorganger onze oud-prins, oud-Veurloper en Commandeur Peter Brouwer. Al zo lang ik mij kan herinneren een echte vriend van onze familie.

Toen ik een aantal jaren geleden in de binnenstad van Deventer een koffiehuisje had kwam Peter zeer geregeld een bakkie doen, meestal in gezelschap van Jan van der Tuuk. Dan waren die twee weer eens op pad geweest en waren ze terug op weg naar het huis van Jan, toen dus bij mij om de hoek. Jan kwam eigenlijk dagelijks wel even aan, kletsten we even als ik tijd had en Jan genoot van de reuring in en rond ons koffiehuisje. Peter kwam zoals gezegd regelmatig mee. En dan had ik die twee druktemakers achterin de zaak zitten, aan onze stamtafel met een bakkie koffie en een lekker vers broodje. Heerlijke momenten en gesprekken hadden we daar gedrieën. En oh wat mochten ze graag onze serveersters plagen! En eerlijk? Die meiden waren strontgek op die twee “Muppets” zoals ze Jan en Peter liefkozend noemden. Het commentaar van die twee was vaak niet mals, hun mening werd niet bepaald subtiel onder stoelen en banken geschoven, en oh wee als het over dé maatschappij ging, of het beleid van de gemeente Deventer. Dan konden ze behoorlijk los gaan. Maar als dan één van onze meiden even bij hun aan tafel kwam zitten en hun uit eigen beweging een nieuw bakje koffie indeed (die ze uit hun eigen fooienpot betaalden!!!) om met hun “Muppets” even te kunnen kletsen, dan werden die twee valse mopperkonten als was in de handen van die meiden. En kletsten die oude mannen net zo makkelijk over het uitgaan van de meiden, hun eventuele vriendjes of hoe het op school ging met ze. Oprecht geïnteresseerd waren ze, en geloof maar niet dat ze belangrijke dingen van die meiden vergaten, de volgende keer als ze kwamen werd er echt wel gevraagd naar hoe het ging, het uitgaan, hun verkering of de school. We keken er allemaal erg naar uit, naar die bezoekjes van onze Jan en Peter. Als ze weg gingen was het circus nog niet afgelopen hoor. Het was vast pandoer; van de meiden mochten ze nooit voor hun koffie betalen. Onder een hoop gesteggel en gespeeld gemopper gingen ze daar mee akkoord, maar verwoorde Peter dat altijd heel liefjes, “ie mot diee fijne meiden toch ook hun salaris betalen mien jong? En denke ie dur g*dverd*mme aan dat ie lief blieft veur diee blagen anders zal ik oe!” sprak hij dan teder! Nooit hebben ze geweten dat onze meiden die koffie uit eigen potje betaalden, en dat was maar goed ook! Steevast kreeg ik van die twee een stevige hand als ze weg gingen, met een grijns en pretlichtjes in hun ogen. En over het terras weglopend altijd nog wel ergens links en rechts een opmerking of een grap naar mensen die daar zaten. Mopperkonten!

Ik ben de jaren ná het koffiehuisje ook regelmatig bij Peter thuis geweest, en ik heb daar geweldige gesprekken met hem gehad. Veel, heel veel gesprekken over vroeger, over zijn passie de vliegtuigen en over zijn kinderen en kleinkinderen, waar hij zo gek mee was. Maar steevast ging het al heel snel over de Deurzakkers natuurlijk. Nog steeds bloedfanatiek kreeg ik de ene les na de andere wijze raad. En oh wat was hij trots toen ik Veurloper mocht worden van de club. “Jongen, zei hij, niet kijken naar hoe wij het deden, doe het op je eigen manier. Diee olde nutt’n kunt ut nieet meer, maar jij en je broer de Veurzakker zijn in staat dat stokje over te nemen. Doe dat dan ook g*dverd*mme. Hou een paar mooie tradities in ere en zorg goed voor jouw Hoogheid, maar hou die club in leven. Stiekem bunt ze toch mooier dan de Diekskoevers” zei hij dan met een grijns.

Hoe blij zouden die ouwe jongens nu zijn, en hoe trots als ze kijken naar de Deurzakkers anno 2015. Oh, het is allemaal niet pais en vree, en de achterliggende jaren waren niet altijd geweldig. Het kan ook niet zo zijn dat in een kleine, maar hechte gemeenschap als de Deurzakkers het zomaar effkes van een EPDM dakje gaat (wie ziet tegenwoordig nog een leien dakje?). Maar wat er ook gebeurt, of gebeurde, wij komen er altijd weer uit. En vaak sterker dan daarvoor. Ook 2015 zullen wij met die gedachte uitzwaaien. We zullen weer de juiste structuur krijgen in de organisatie, met de goede mensen op de juiste plek, iedereen zich weer inspannend om positief vooruit te kunnen kijken.

De Deurzakkers zijn er nog steeds. Alive en kicking! Op weg naar de toekomst, die er steeds mooier gekleurd uit gaan zien. Wat te denken van de dames die aan onze poorten staan te rammelen. Geweldige ontwikkeling en absoluut passend in deze tijd van gelijke kansen en mogelijkheden. Op het moment van dit schrijven kunnen we 2 dames als nieuw lid verwachten, en dat er nog maar velen zullen volgen. Waar ik persoonlijk aangenaam door werd verrast is het feit dat onze oudere leden, die van het eerste uur nog, ook het dames-lidmaatschap toe juichten, in plaats van koste wat het kost vasthouden aan olde tredisies. Ook met deze oude garde gaan wij hand in hand de nieuwe tijd tegemoet, waar jong en oud elkaar waardeert, respecteert en samen de schouders er onder zet, chapeau!

De dansgroepen van de Dynamites zijn groeiende, en de betrokkenheid van de ouders van die huppelgrietjes is ook positief. We zien ze geregeld, ze eten een hapje mee tijdens de EllufdevandeEllufde en ze doen ieder naar kunnen een bijdrage om de dansgroepen te laten slagen.

De Prinsencommissie is ook een vernieuwende weg ingeslagen, duidelijk te zien aan de Hoogheden van de afgelopen jaren. Jonge kerels passend in de tijdgeest van de Deurzakkers 2.0. En beste lezers ik garandeer u, als ons lijstje van kandidaten voor het Prins-schap der Deurzakkers voor de komende jaren gehandhaafd kan worden dan zult u nog regelmatig versteld staan. Dus heren (en dames?) kandidaat-Prins(es?) die dit kunnen lezen, blijf enthousiast en laten we door gaan met de voorbereidingen. Als u in de komende jaren uiteindelijk op een EllufdevandeEllufde op het toneel staat, en u mag net zo’n ovationeel en warm ontvangst krijgen als onze Hoogheid Prins Jelle dat laatst op 11 november heeft gekregen, pas dan zult u begrijpen wat wij u proberen duidelijk te maken in al die voorbereidende gesprekken.

Overigens, aan alle leden maar ook alle andere lezers, wij hebben inderdaad een lijstje met kandidaten voor de komende tijd, maar dat betekent niet dat wij niet een naam ingefluisterd willen krijgen! Want bedenk u, zo is het altijd nog gegaan.

En al mijmerend kom ik tot de conclusie; de Deurzakkers staan nog steeds fier overeind. Op naar een stabiel en stevig fundament voor de komende tientallen jaren.

Nog even op de valreep, wij zien u, leden, ere-leden, hoog gedecoreerden, Deurmatten, leden en ouders van Dynamite, donateurs, adverteerders, lezers van de Deurdrammer en verder iedereen die de Deurzakkers een warm hart toedraagt graag op 18 december in de Horst voor een gezellige Kerstavond. En kom op 5 januari naar de Nieuwjaarsreceptie van de Deurzakkers, alwaar het programma van het komende carnaval 2016 zal worden gepresenteerd.

Ohja, nog valreperdur; Ik wil hierbij ook heel graag weer een bed reserveren in Carnavals-Hotel maison Renee!

Ik wil u namens Zijne Doorluchtige Hoogheid, mien zunne :-D en ónze Prins Jelle fijne feestdagen wensen, en veel heil en zegen voor 2016 voor u, en iedereen die u liefhebt.

Tot snel, Veurloper Hans


Samen Kerst vieren

Zomaar een blik op facebook. Er komt een Duitse commercial van een supermarkt voorbij. Veel mensen delen het op hun tijdlijn, het zal dus wel een bijzonder filmpje zijn.

Het eerste shot voorspelt al een beetje waar het heen gaat: een oude man aan een grote tafel, de kerstboom achter zich en een bord met eten voor zich. Hij zit moederziel alleen, het ademt eenzaamheid uit.

Een aantal dagen heb ik deze commercial aan me voorbij laten gaan, zacht ei als ik af en toe kan zijn, ik voel haarfijn aan dat dit een echte tranentrekker gaat worden.

Natuurlijk wint mijn nieuwsgierigheid het na een aantal dagen en klik ik het filmpje aan. Mijn voorgevoel bleek helemaal correct, ik voel de tranen al prikken achter mijn ogen. Een gezin uitgewaaierd over de hele wereld, dat geen tijd meer kan of wil maken voor hun vader. Totdat ze het bericht van zijn overlijden krijgen….. Iedereen vliegt halsoverkop terug naar het ouderlijk huis.

Tot hun grote verbazing treffen ze geen koud en kil huis aan, wel een fantastisch gedekte eettafel , hun vader komt schuldbewust de kamer inlopen. Uiteindelijk heeft vader het voor elkaar gekregen; het hele gezin gezellig bij elkaar aan tafel.

Ik vraag me nu af, is hier werkelijk een overlijdensbericht voor nodig? Regelmatig zie ik dat een gezin hechter wordt door een overlijden. Emoties worden gedeeld, irritaties worden vaak even aan de kant gezet. Er wordt samen gehuild, maar ook gelachen.

Waarom kan dat niet als er even niets aan de hand is? Op het moment dat alles voorspoedig gaat, ook al moeten we er soms hard voor werken? Drukken we onze kop in het zand voor wat er ooit komen gaat? Maar niemand kan de toekomst voorspellen, niemand weet wanneer je voor het laatst met z’n allen aan tafel kunt zitten. De aanslagen in Parijs laten ons zien dat ook jonge mensen ons zomaar ineens kunnen ontvallen.

Laten we deze Kerst samen genieten en niet bezig zijn met werk, tijd of eigen belangen. Genieten van het gezin, gewoon eens tijd voor elkaar maken. En laten we daarbij de mensen die Kerst voor het eerst zonder hun partner vieren niet vergeten. En zullen we dan ook denken aan de mensen die Kerst voor de tweede, derde, vierde keer alleen moeten vieren. Ik denk namelijk niet dat het met de jaren gemakkelijker voor ze wordt.

Ik wens iedereen hele fijne Kerst, samen.

Stella Overkamp



Winter

Het groen van de naalden van de boom in onze tuin begint al een aardig winterse kleur te krijgen, het wit begint tenminste al aardig een laagje te vormen op de takken. Dat had ik willen schrijven naar de werkelijkheid. Doch de werkelijkheid ziet er op dit moment aanmerkelijk anders uit. Het groen van de takken, omgeven door groene naalden, is bruin aan het worden of de takken zijn een tint donkerder groen geworden door de vele regen. Zelfs de kranten in onze brievenbus zijn donkerder door de regen geworden. Het kan natuurlijk ook zijn dat de krantenbezorger verzuimd heeft de krant ver genoeg in de bus te duwen zodat deze laatste door de aantrekkingskracht van de aarde richting middelpunt der aarde kon suizen. Ware het niet dat het kleedje wat zich vlak achter de voordeur bevindt voor wat oponthoud zorgt op weg naar het middelpunt van de aarde. En dat is maar goed ook, want anders moest ik ook naar datzelfde punt om de krant te kunnen lezen. Ik vermoed trouwens dat het vocht op en in de krant er gekomen is terwijl de bezorger van zijn fietstas tot aan onze brievenbus is gelopen, terwijl onze krant boven op de stapel lag. En terwijl de regen de magere jongeling in het gelaat snijdt moet hij voort. Want als hij niet op tijd bij de volgende brievenbus is krijgt hij weer minpunten, en voor dat je het weet ben je het baantje kwijt. En het bezorgen van kranten kwam het juist zo goed van pas, want zijn inkomen gaat helemaal op aan de vaste kosten, en zijn tijd bij de voedselbank was voorbij. Dus moest hij maar aanpakken wat er op zijn weg kwam. Gekromd trapt hij voort, zo rond een uur of vijf in de morgen, terwijl de weergoden hem geselen en nat maken tot op het bot. Bibberend duwt hij de kranten in de brievenbus, terwijl hij met heimwee terug denkt aan een ander jaargetijde. Het is in dit jaargetijde trouwens niet het leukste werk om wat bij te verdienen, want de omstandigheden die het wandelen buiten aangenaam maken ontbreken in ruime mate. Neem alleen maar het licht van een opkomende zon, wat menig mens in vervoering doet raken. In dit jaargetijde komt de zon pas op als de betreffende bezorger al lang en breed onder de TL-buizen op school zit. En het licht van deze lampensoort bederft het kleurspectrum dusdanig dat je nauwelijks meer kunt waarnemen hoe oranje of rood de zon op komt. Voor hetzelfde geld komt de zon meer geel of grijs op in plaats van de fraaie kleuren die ons hart sneller doet kloppen. Maar ook de aangename temperaturen die in de vroege morgenuren de mens omgeven ontbreken in dit jaargetijde. In de zomer is dat volop aanwezig, maar in december is het zelfs overdag niet eens zo warm dat het aangenaam is. Maar dit jaar is het niet echt ijskoud, maar wel zo nat als de omgeving van een waterplantje. En de waterplantjes zijn op het ogenblik ook nog bijzonder groen voor de tijd van het jaar. De waterpest, een plantje die zijn naam in de vrije natuur helemaal waar maakt, is in dit jaargetijde normaal gesproken al helemaal dood gevroren. En mocht dit fenomeen zich niet voor doen, dan worden ze wel opgevreten door de vegetarische vissen, oftewel de groen eters of grazers. Maar die hebben blijkbaar nog genoeg andere planten te consumeren, want de waterpest staat er nog fris en helder groen bij in de sloten en plassen. Misschien heeft het er wel mee te maken dat we in dit jaargetijde zelfs sla vers van het land kunnen eten, terwijl het buiten vriest. Ik denk dat als ik dit aan mijn schoonvader zou vertellen die in het begin van de vorige eeuw leefde hij met zijn wijsvinger op het voorhoofd zou wijzen. Maar voor ons is dat nu gewoon geworden, zeker zo in de richting van Kerstmis, want dan zijn de meest periode gebonden groentes te verkrijgen. Vers natuurlijk, volgens het etiket, namelijk vers geplukt aan de andere kant van onze aarde, of ergens halverwege. En dat terwijl ik had willen schrijven over het groen van de naalden van de boom in onze tuin die al een aardig winters kleurtje beginnen te krijgen.

Leo Ezer



Drie maal Alaaf

voor de Minioren en Junioren van Dynamite!

Het is vrijdagavond 11 december. Ik heb net onze kids Lyanne en Thymo naar bed gebracht. Ik plof met de laptop op de bank. Even kijken hoe laat het is…klokslag 20.00 uur (hoe is het toch mogelijk!)

De voetballiefhebbers van ‘’Demter’’ zitten voor de buis. Kowet speelt ditmaal in Breda… Maar daar ga ik het niet over hebben… En half Nederland kijkt vanavond weer naar GTST en de liveshows van ‘’The Voice’’. Maar over die schreeuwlelijkerds ga ik het ook niet hebben…Nee, ik ga jullie kort iets vertellen over onze eigen, “one-and-only” dansgroep ‘’Dynamite’’!

Wat fantastisch toch, dat er weer een dansgarde is!! (maar eigenlijk moet ik ze zo niet noemen, geloof ik…?). Nu voor het tweede jaar alweer. Geweldig dat er vrijwilligers zijn opgestaan die het dansen binnen de vereniging weer nieuw leven hebben ingeblazen! Alle lof, drie maal Alaaf! Vooral voor Marie-Ceciele en Patricia die er erg veel tijd in steken, maar natuurlijk ook complimenten aan alle ouders, die hun kids iedere week naar de Horst brengen en weer ophalen. Door weer en wind…En niet te vergeten al het werk dat deze mensen verrichten voor het ‘’optutten’’ van de meiden, voor een optreden!

Persoonlijk vind ik het écht super om te zien hoe enthousiast alle kinderen zijn over het dansen. Althans, dat komt wel zo over op mij, dus dan moet het wel zo zijn, toch…? Onze eigen dochter Lyanne gaat in ieder geval iedere week met veel plezier trainen. Ze is enorm enthousiast dat ze thuis vaak pasjes oefent, en de pasjes daarbij ook tegelijk hardop mee zegt; ‘’1, 2, 3, sluit, hoog, laag, voet, tik, voet, tik, hoog, en sluit..!! (of zoiets dergelijks ;-)). Erg leuk om te zien. En we worden thuis ook altijd vrolijk van die melodietjes!

Afgelopen donderdag, gisteren, was er kijkles in de Horst. Ouders kunnen dan 10 minuten kijken. Helaas kon ik daar zelf niet bij zijn, omdat ik dan nog niet thuis ben van mijn werk… Maar ik ben echt wel héél benieuwd naar de nieuwe showdans, waar ze net mee begonnen zijn! Het wordt vast weer erg mooi!

Het eerstvolgende optreden van de meiden is op zaterdag 19 december a.s. in Olst. Beide groepen zijn namelijk gevraagd om op te treden bij de presentatie-avond van de ‘’Iesselstars’’. Zet hem op meiden, heel veel plezier en succes!!

Tot slot wens ik iedereen warme feestdagen toe, en alvast een gezellige jaarwisseling,

Kerstgroet van,

Jeroen Overkamp

Ex-Oedeljepper van de Roadsheren, maar bovenal

Trotse vader van ‘’Dynamite-ster’’ Lyanne!


Een kinderkerstverhaal

De mevrouw die een beetje raar praatte knielde bij haar neer en veegde een traan weg met een doekje. “Nu moet ik eerst met je moeder praten en daarna kunnen jullie gaan eten”

Het was in de zomer begonnen. Terwijl ze op school waren was er ineens allemaal vuurwerk geweest in het dorp. Er werd geschoten met geweren alsof er een feest was. Van de meester mochten ze er niet naar kijken. Ze moesten op de grond gaan zitten en stil zijn. Toen het vuurwerk was afgelopen waren een paar mannen de klas ingekomen met grote geweren. Ze hadden de meester geslagen en de platen van de muur gerukt. Daarna hadden ze de kinderen naar huis gejaagd.

De mannen waren in het dorp gebleven. Ze woonden in het dorpshuis. Dat hadden ze helemaal kapot gemaakt. De dorpsoudste was er niet meer. De vreemde mannen zeiden dat hij heulde met de christenhonden van Amerika. Dat hij daarom zelf ook een hond was en dat ze wel wisten wat ze met zulke honden moesten doen. Ze hadden hun grote auto’s op het plein gezet. Sommige waren raar gevlekt, andere waren gewoon busjes zoals je die overal zag.

Ze hadden ook wat buizen op wielen. Dat waren vuurwerkmachines. Sommige dagen stopten ze er grote bussen in en als ze dan aan een touwtje trokken kwam er een grote boem. Het was geen mooi vuurwerk. Het spatte niet in kleurtjes in de lucht uit elkaar maar maakte alleen heel ver weg een nog grotere boem met een heleboel vieze zwarte rook. Op een dag was het bushuisje bij de grote weg door het dal ineens helemaal verdwenen na zo’n boem. Dat was wel een half uur lopen. De mannen hadden gejuicht en een die altijd liep te schreeuwen had ze allemaal op de schouder geklopt . ‘s Avonds hadden de mannen feest gevierd.

Die nacht was er ruzie geweest. Mama was weer huilend thuisgekomen met haar kleren kapot en de mannen van het dorp hadden met de vreemde mannen gevochten. De volgende dag moesten alle jongens en mannen uit het dorp bij elkaar komen. Ze werden op twee van de grote wagens gezet en reden weg. Ze waren niet meer teruggekomen. Daarna moesten alle mevrouwen van het dorp ineens een grotere sjaal om hun hoofd doen en steeds als ze een van de vreemde mannen tegenkwamen het hoofd buigen en een zinnetje over Allah zeggen. Wie dat niet deed kreeg slaag of werd door ze meegenomen en kwam later huilend terug. Na een week droegen alle vrouwen van het dorp een grote sjaal en mompelden het verplichte zinnetje zodra ze zo’n “Taliban” zagen.

De vrouwen moesten ook voor de mannen zorgen. Eten koken en hun kleren wassen en maken. Op een dag moesten ze helpen om allemaal zware schijven te begraven. Eerst onder de weg naar het dorp. Later ook in de velden aan de kant van het dal. “Mijnen” zei mama. Eén keer had er één heel hard boem gedaan. De vrouw van de dorpoudste en haar dochtertje hadden heel erg gebloed. Isa lag daarna heel lang in het huis van de dokter die als enige man had mogen blijven. Ze had nu nog maar één been. Haar moeder was nooit meer terug gekomen. Mama zei dat ze dood was. Wat dood was wist ze niet, maar het was vast erg want iedereen huilde.

Een tijdje terug was alles ineens veranderd. Eerst was er een vliegtuig geweest. Dat was een paar keer heel hard over het dorp gevlogen terwijl er weer allemaal vuurwerk was en de mannen met hun geweren schoten. Een paar auto’s op het plein waren in brand gevlogen en het dorpshuis was helemaal afgebrand. Daarna waren de mannen heel druk bezig geweest. Ze hadden kuilen gegraven. Overal prikkeldraad neergezet. In de huizen aan de rand van het dorp hadden ze gaten gemaakt. De vuurwerkmachines werden ook naar de rand van het dorp gebracht. Midden in de nacht was er ineens weer vuurwerk geweest en één van de huisjes was helemaal uit elkaar gespat.

Die nacht waren ze samen met alle buurvrouwen en kinderen de bergen in gevlucht. Daarna was er elke dag vuurwerk geweest. Steeds meer en steeds dichterbij. Gistermiddag was het heel erg geweest en had Leilah gezien dat de wagens met de mannen wegreden uit het dorp. Alleen twee auto’s die verbrand waren bleven op het plein staan. Vanmorgen was mama samen met nog wat oudere vrouwen gaan kijken in het dorp. Nu waren ze nog niet terug en er waren weer mannen met grote auto’s en geweren in het dorp.

Ze keek weer voorzichtig om het hoekje van de grot. Holde toen dieper de grot in en riep “Ze komen, ze komen”. Leilah, die de oudste en dus de baas was nu de andere vrouwen weg waren, ging kijken en kwam geschrokken terug. Ze liet hen de dekens en andere spulletjes bij elkaar pakken en dieper de grot in gaan. Ze kwamen er inderdaad aan. Soldaten. En ze hadden de vrouwen bij zich. Die hadden ze vast weer geslagen om te weten te komen waar de anderen waren zei Leilah.

Ze kropen doodstil zo diep mogelijk in de grot weg. Toen klonk de stem van haar moeder bij de ingang. Ze riep dat dit goede soldaten waren. Dat ze de Taliban hadden weggejaagd en hen zouden helpen. Voorzichtig kropen een paar vrouwen wat naar voren. Toen haar moeder riep dat er koffie en broodjes voor iedereen waren werden sommigen wat brutaler. Pas toen die riepen dat er inderdaad koffie en brood was kwamen ook de anderen naar voren.

De soldaten zagen er raar uit met allemaal gelijke kleren en helmen in plaats van de petten, mutsen en tulbanden van de Taliban. Maar ze waren wel aardig. Een mevrouw die hun taal een beetje raar sprak vroeg iedereen hoe ze heette, schreef de namen op een lijst, keek vaak op een andere lijst en gaf soms iemand een klopje op de schouder en anderen een hand. Het was allemaal zo vreemd en toen mama aan de beurt was moest ze ineens huilen. De mevrouw bukte zich en vertelde van de Kerstmis. Van snoep en cadeautjes. Dat er mensen kwamen zingen. En dat er een versierde boom zou zijn. Daarna veegde de mevrouw haar tranen weg. Ze wist niet wat de Kerstmis was en keek naar mama. Die praatte nu met de mevrouw. Ze moest ook haar naam zeggen net als de andere vrouwen en daarna keek de mevrouw samen met een soldaat op een lijst. Daarna gaf ze mama een hand en vertelde nog iets.

Mama huilde en lachte tegelijk. “Morgen gaan we met de bus naar het kamp waar papa is” zei ze. Tilde haar toen op en begon te dansen. Zouden daar dan die mensen komen zingen? Zouden daar die zakjes snoep en cadeautjes voor alle kinderen zijn? En een versierde boom? En dat ze dan, bij papa op schoot, de cadeautjes uit kon pakken? Belangrijke vragen voor een vierjarig meisje.

Maar tegen haar moeder zei ze: “als we morgen weer bij papa zijn dan hoef ik geen cadeautje van de Kerstmis hoor.”


een goede voorbereiding is het halve (slag)werk

Het is vrijdag 1 mei 2015 en tijdens onze repetitie komen er deze avond maar liefst vier nieuwe nummers op de lessenaar. Terwijl het buiten nog mooi weer is en de terrassen aardig vol zitten, aangezien het een echte lentedag is, beginnen wij de nieuwe muziek in te studeren. Het was een beetje onwennig en vreemd, maar de nieuwe nummers zorgden voor hilarische momenten. De repetities erop komen er nog drie nummers bij, waardoor er zelfs een heuse serie ontstaat. Maar niet alleen deze serie, ook de intrede van de belletjes binnen het slagwerk is een feit. Misschien voor velen een instrument dat er niet toe doet, maar juist in deze nummers is dit instrument sfeerbepalend.

Na veel grappen en grollen kwamen de muzieknummers er steeds meer in. Om enerzijds te genieten van de kwaliteit en mooie muziek vanuit het verleden, maar tegelijkertijd iets te bieden wat hip is in 2015 worden de nummers op diverse tempo’s gerepeteerd. Na het vele uittesten qua tempo, is het ene nummer iets meer geschikt om gezellig mee zingen dan het andere nummer. Maar het gaat vooral om het samen plezier hebben, want met kerst gaat het tenslotte om het samen zijn, gezellige dingen ondernemen en gezellige muziek luisteren.

U zult zich inmiddels afvragen waar dit allemaal naar toe gaat. En dat is best logisch. Op donderdag 17 en vrijdag 18 december hebben wij twee kerstoptredens verzorgd. Deze zeven nummers zijn namelijk kerstnummers. Nummers welke wij onder andere op de hapjesavond van de Deurzakkers hebben gespeeld. Door het tijdig starten is het ons gelukt om ons repertoire uit te bereiden en hebben we hopelijk samen mooie en gezellige momenten samen gehad.

Uiteraard wensen wij iedereen fijne feestdagen en een gezond en muzikaal 2016.

Joost ten Bulte

Kerstmeister